Het is 5 voor half 5 op vrijdagmiddag als mijn telefoon gaat. Ik heb mijn hardloopschoenen al aan om mijn favoriete rondje te gaan rennen. Ik twijfel dus of ik zal opnemen, zeker wanneer ik het nummer herken. Het is zakelijk dat weet ik. Maar ik zit al in de weekend modus. Toch wint mijn servicegerichte instelling het weer eens van mijn verlangen om de beller gewoon te laten ‘verrekken’. Ik zet mijn ‘big smile’ op en neem vervolgens op met een bijpassend enthousiast “dag Karel, goedemiddag”.
Karel, de beller, is een van de klanten waarvoor ik als zelfstandige innovatiesubsidie aanvraag. Hij heeft een klein, tamelijk onbeduidend bedrijfje waar, zoals bij de meeste organisaties, op
vrijdagmiddag geen moer te doen is. Waarschijnlijk is het beetje personeel dat Karel in dienst heeft al lang naar huis. Als directeur eigenaar voelt Karel blijkbaar de noodzaak om zich op zo’n
tijdstip dan maar druk te gaan maken om futiliteiten.
En dan ben ik dus de pineut en gaat hij me op het moment dat anderen er een biertje bij pakken, lastig vallen met allerlei vragen. Die vragen gaan dan over zaken die ik al lang voor hem geregeld
heb en waar ik hem ook al per e-mail over heb geïnformeerd. Toch krijg ik van hem vaak het gevoel dat hij niet te overtuigen valt. Ik ervaar dat hij bang is dat ik de kantjes er vanaf loop. Maar
ik moet eerlijk zijn. Zo af en toe komt hij eens met een kritische opmerking die wel relevant is en die me even op scherp zet.
Een half uur later dan aanvankelijk gepland, veroorzaakt door het deze week toch weer vrij zinloze gesprek met klant Karel, is het dan toch tijd voor mijn hardloopuurtje. Het rondje voert me
altijd langs een stuk land met een hoge afrastering waarin lama’s, alpaca’s en emoes (een klein soort struisvogel) rondlopen. Wanneer ik daar voorbij ren komt een van de witte emoes altijd met
gespreide vleugels en open gesperde bek op mij af. Het is allerminst een gebaar van vriendelijkheid.
Ondanks dat er een hek tussen ons zit en ik het beest zelf ook altijd intimiderend blijf aankijken, merk ik dat ik toch vaak automatisch wat harder ga lopen. Die lelijkerd is m.a.w. goed voor
mijn rondetijd. Omdat ik het beest altijd tegen kom na het vrijdagmiddag telefoontje van mijn lastige klant, ben ik de emoe ook “Karel” gaan noemen. Als ik de privé dierentuin vandaag passeer is
Karel er echter tot mijn verrassing niet. Vreemd hoe je gehecht kunt raken aan zo’n voorspelbare maar onprettige ontmoeting.
De week daarop belt Karel de klant niet. En als ik het hek tijdens het hardlopen passeer is Karel de emoe er ook weer niet. Tot mijn grote schrik zie ik achterin het dierenverblijf wel een hoop
plukken liggen waarin ik toch echt de witte veren van Karel meen te herkennen. Zou het beest door een of andere vos te grazen genomen zijn? Dat moet haast wel want ook de week daarna kom ik de
loopvogel niet tegen.
Het is weer vrijdagmiddag, iets voor vijven. Ik staar naar mijn telefoon en wacht tot die over gaat maar het blijft andermaal stil. Het is enkele weken geleden dat klant Karel gebeld heeft. Ik
maak me zorgen. Teleurgesteld begin ik maar weer mijn rondje te rennen. Wanneer ik bij het hek van Karel de emoe aan kom valt mijn mond open van verbazing. In één oogopslag wordt mij duidelijk
dat wat ik 2 weken eerder voor witte emoeveren heb aangezien, in werkelijkheid ‘witte bloesembladeren’ blijken te zijn geweest die van de bomen zijn gevallen.
Maar ik zie nog meer. Direct vooraan aan het hek staat……. Karel de emoe, de trotse moeder van 3 baby emoes. Karel blijkt dus een meisje te zijn. Wat een mooi pril geluk zeg. Terwijl ik dichterbij
kom spert Karel haar bek al weer naar me open. De kleine emoes volgen haar voorbeeld en ik deins achteruit. Fijn om je weer te zien Karel. Met een grijns van oor tot oor hobbel ik mijn rondje en
waar de snelheid de laatste weken wat tegenviel doe ik dat vandaag in een nieuwe recordtijd.
Terwijl ik thuis nog sta uit te zweten gaat mijn werktelefoon. Het is al kwart voor 6. Welke workaholic haalt het in zijn hoofd om op dit moment te gaan bellen? Ik kijk op het scherm en kan
opnieuw een glimlach niet onderdrukken. En ditmaal niet gespeeld zeg ik “goedemiddag Karel, wat leuk om weer eens van jou te horen”. Aan de andere kant van de lijn blijft het een moment stil als
gevolg van mijn wellicht onverwacht enthousiasme. Dan vuurt Karel de klant zonder mij eerst te groeten een spervuur van vragen op me af. Wat heb ik die gemist.
Deze column is door Ondernemersgevoel.nl geschreven in opdracht van www.freelancer.nl en wordt ook op die website gepubliceerd. Freelancer.nl is een marktplaats voor vraag naar en aanbod van freelance opdrachten.
Leuke column? Deel hem dan met anderen via een van onderstaande opties:
Reactie schrijven