Groot of klein, vrouw of vent.

Maakt niet uit. Als jij maar weet dat je een echte ondernemer bent.

Laatst had ik een gesprek met een vriend over een wederzijdse kennis. Die kennis, een gezamenlijke vriendin van ons, was recent als onderneemster begonnen. Ze noemde zich nu ZZP-er waarbij ze zich vooral op freelance werkzaamheden richtte voor een vast aantal opdrachtgevers. Een hele stap was dat voor haar geweest. “ Dat freelancen noem ik geen ondernemerschap” zei mijn vriend. “Zij is toch ook geen echte onderneemster” voegde hij er aan toe.

Ik had niet zo’n zin om met hem in discussie te gaan en kon hem ook wel een beetje volgen hoor. Onze vriendin loopt natuurlijk weinig risico’s t.a.v. investeringen of personeel. Ze is niet iemand die bijzondere marktkansen ziet en de wereld daarmee significant gaat veranderen. Ze doet nu wat ze vroeger eigenlijk al in loondienst deed, deels zelfs voor dezelfde klantenkring. En toch had ik een raar gevoel in mijn buik over de opmerking dat ze zich geen onderneemster zou mogen noemen. Het klonk ook alsof het ondernemerschap iets is wat je hebt of niet. Iets wat niet te leren is. Alsof “ondernemer” een titel zou zijn waar maar weinig mensen aanspraak op mogen maken.

 

Die avond meldde ik me op het vaste tijdstip op de tennisbaan voor wat ontspannende inspanning. Ik kwam tegelijk aan met een van mijn tennismaten. Bij de ingang stond het vol met fietsen en ook op de parkeerplaats waren er geen plekken meer vrij. “Potverdorie, moet je al die tennissers zien!” zei mijn maat. Hij zei dat omdat de banen allemaal bezet waren en het waarschijnlijk wel even zou gaan duren voor wij ons dubbelpartijtje zouden kunnen starten. We begonnen dus maar met naborrelen.
 
Terwijl we aan de koffie zaten en wachtten op het eerste vrije veld, keek ik eens wat er op dat moment allemaal op de baan stond. Op het veld voor mij sloeg net een dame een qua techniek wat vreemd uitziende service met een kilometer of 25 per uur die vervolgens door haar tegenstandster, een vrouw die een racket met een blad zo groot als een XXL-pannenkoek vast hield, volledig werd gemist. Op het veld daarnaast stonden 2 heren gekleed in voetbalbroeken en op gewone gympies te overleggen of ze hun slaghout vandaag het beste in de linker of de rechter hand konden houden. Daarnaast speelde een groepje 80-ers een slow-motion potje. En op de laatste baan was zojuist een speler uit zijn rolstoel gelazerd bij het net niet halen van een bal. De rolstoeltennisser kon er gelukkig om lachen.
 
Het was dus niet echt een hoogstaand tafereel dat zich voor mij afspeelde. Niet te vergelijken met de topsport die je op TV ziet. En ook bij deze club zelf zaten de nodige spelers met een hoger niveau dan wat hier nu allemaal aan het ballen was. Maar toch had mijn maat dit zooitje ongeregeld aangeduid met de term “tennissers”. Ja hoe moest je ze anders ook noemen. Niveau speelt immers geen rol. Wie gaat tennissen wordt een tennisser. Ik dacht even terug aan het gesprek met mijn vriend eerder die dag over het ondernemerschap van onze vriendin. Eigenlijk ook wel heel raar van ons om er zo tegenaan te kijken en haar die titel van “ondernemer” niet waard te vinden.
 
Ik werd het eens met mezelf: Als wie tennist een tennisser is, dan is wie onderneemt ook een ondernemer.

Deze column is door Ondernemersgevoel.nl geschreven in opdracht van www.freelancer.nl en wordt ook op die website gepubliceerd. Freelancer.nl is een marktplaats voor vraag naar en aanbod van freelance opdrachten. 

Leuke column? Deel hem dan met anderen via een van onderstaande opties:

Reactie schrijven

Commentaren: 0