Hanna van 2 zit op haar knieën bijna met haar neus tegen de iPad die een filmpje van Elsa afspeelt. Ze drukt op de knopjes van YouTube en allerlei sprookjeswerelden trekken aan haar voorbij. Haar
belangstelling is groot, ze gaat er helemaal in op. Dan neem ik haar mee, naar de supermarkt om de hoek. Net nog even voor zessen. Buiten is het al donker.
Ze rent voor mij uit en gluurt op haar tenen door de ramen van de voortuinloze huizen in onze Charles-Dickens-achtige straat. Ik zie een man languit op de bank liggen, zijn voeten op tafel,
verveeld spelend met zijn telefoon. Zijn jonge kind klimt op hem, trekt zijn aandacht maar krijgt niets. Ook het blije gezicht van mijn dochter aan de buitenkant van het raam wordt niet
opgemerkt. Haar zoenlipjes waarschijnlijk wel, zodra de zon morgen weer op de ramen schijnt. Ze holt door, ongeremd en ontembaar, de hoek om zodat een haastige fietser abrupt moet stoppen. Door
haar onbevangenheid en onschuldigheid gebeurt dat gelukkig met een lichte glimlach.
In de winkel worden haar ogen groot als ze ziet dat ze haar eigen miniwinkelwagentje mag gebruiken. Vol trots loopt ze ermee de zaak in. Ik loop erachteraan en zie hoe gehaaste, in zichzelf
gekeerde mensen na hun werkdag ook nog snel even boodschappen doen. Alles en iedereen bevindt zich in dezelfde dichte ruimte en toch gaat alles volledig langs elkaar af. Nergens is
connectie.
Maar dan zie ik het gewoon van achter mijn dochter gebeuren. Ze zingt liedjes en raakt mensen, gelukkig niet al te hard, met haar kar. Ze roept vrolijk door de winkel om een worstje en kaasje en
gooit doelgericht van alles wat we helemaal niet nodig hebben in haar kar. Als ze de spelletjeshoek ziet laat ze spontaan haar kar in het midden van het gangpad staan. Als volwassene zou je met
zo’n actie niets dan geïrriteerde blikken oogsten. Maar de mensen worden door de onbevangenheid van deze kleine Cupido geraakt. Ze probeert nog zwaar alcoholische drank in te laden wat ik haar
toch maar belet en kruipt vervolgens vóór bij de kassa. De caissière die ze al zo vaak heeft gezien wordt hartelijk begroet. Inmiddels is iedereen in de winkel ontdooid, eigenlijk net zoals in
het sprookje van Elsa.
Toch wel een beetje trots op mijn kleine wonderdochter lopen we samen terug. Misschien moeten we onze kinderen wel vaker meenemen als we er “voor zaken” opuit gaan denk ik bij mezelf. Dat
ontspant de boel tenminste allemaal een beetje. Al moet ik nu wel meteen denken aan een week geleden toen ik haar ook meenam naar dezelfde winkel en ze daar 8 minuten krijsend op de grond heeft
gelegen. De kinderkarretjes waren toen op, er lagen geen worstjes of kaasjes meer op het schaaltje en de speelzuil was in onderhoud. Als ondernemer moet je er dus blijkbaar wel ook echt iets voor
doen om kinderen in je zaak tevreden te houden. Maar als dat dan lukt dan ontstaat er ook meteen magie.
Reactie schrijven