De kunst van het ondernemen

Ik zit op de fiets richting het voor mij dichtstbijzijnde dorp met een kleine winkelkern die vrijwel uitsluitend wordt gevormd door kleine zelfstandigen. Onderweg passeer ik een laantje waaraan enkele stokoude boerderijen gelegen zijn. Beschermd dorpsgezicht heet dat hier. In een van deze boerderijen schilderde Vincent van Gogh rond 1885 zijn Aardappeleters. Wie had toen gedacht dat een schilderij van een boerenfamilie aan tafel voor een eenvoudige maaltijd, het ooit tot een van de belangrijkste kunstwerken ter wereld zou schoppen. Eigenlijk waren dat de kleine ondernemers van die tijd. Zo’n gewone setting lijkt toch eigenlijk niets speciaals?

Schoenmakersatelier by Rembrandt

Ik kom aan in het dorp en word direct naar binnen gewenkt door de schoenmaker. 6 dagen per week zit deze ondernemer hier moederziel alleen zijn reparaties uit te voeren. Ik kom er met regelmaat en maak graag een praatje. Hij heeft een klant een cijferslot verkocht maar de gebruiksaanwijzing die aangeeft hoe het ding werkt, is in het Engels. En dat spreken deze schoenmaker en zijn klant niet, wel Brabants dialect. Maar hij schat in dat ik de Engelstalige tekst wel zal begrijpen. Terwijl ik het cijferslot conform de handleiding instel, wordt er wat gepraat over koetjes en kalfjes, zo gaat dat hier. Na 10 minuten ben ik weer weg.

Picasso’s dierenshop

Ik stap naar binnen bij Bennie. De zakken diervoeding staan in de nauwe rijen opgestapeld tot aan het plafond, net als allemaal andere spullen die nooit meer verkocht gaan worden. Achterin de winkel vind ik de eigenaar-ondernemer waarvan ik vermoed dat die toch al lang de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Waarschijnlijk heeft hij aan deze onderneming nooit genoeg overgehouden om wat extra’s voor zijn oude dag te sparen. En dus werkt hij nog even door. “Waarom heet dit een dierenwinkel als ik er nog geen dwerghamster kan kopen?” vraag ik plagerig aan de oude ondernemer die een grapje wel kan waarderen. Hij lacht en wijst mij erop dat ik hier nogsteeds niet kan pinnen. Alleen contant! 15 minuten later wanneer ik door de rij voor de enige pinautomaat heen ben, reken ik alsnog bij hem af.

Pieter Bruegel’s spellenwinkel

Bij de sportzaak koop ik nog een blik tennisballen wat mij 40 minuten van mijn tijd kost. De eigenaar van de winkel praat me de oren van de kop want andere klanten zijn er niet in de winkel. Maar hij maakt zich niet druk. Uiteindelijk zwaait de ondernemer mij uit en moet ik hem er zelf aan herinneren dat ik mijn product nog moet afrekenen. Ik fiets weer terug naar huis en haal een vrouw in met 2 volle, zware boodschappentassen, één aan elke kant van het fietsstuur. “Hoe krijgt ze het voor elkaar om zo nog te fietsen?” vraag ik mij verwonderd af.

 

Wanneer ik weer langs de oude boerderijen kom, realiseer ik mij dat sinds Vincent hier zijn verfwerkje deed, er eigenlijk niet zo gek veel veranderd is. Het ondernemersleven is hier nogsteeds even eenvoudig.

 

Als ik thuiskom heeft mijn vrouw de pannen al op het vuur staan. Ik vraag haar wat we eten. “Niks speciaals: gewoon aardappels” antwoordt ze. “LEKKER JOH” reageer ik onverwacht enthousiast.          

Leuke column? Deel hem dan met anderen via een van onderstaande opties:

Reactie schrijven

Commentaren: 0